Scholing chauffeurs

Met de code 95 toont u aan dat u vakbekwaam bent. Code 95 is een aanduiding op het rijbewijs (met een einddatum) die achter een voertuigcategorie is geplaatst . Deze code is verplicht voor het beroepsmatig besturen van een voertuig waarvoor rijbewijs C1(E), C(E), D1(E) of D(E) noodzakelijk is. Deze code is vijf jaar geldig.

Europese richtlijn

Code 95 is verplicht in de Richtlijn vakbekwaamheid. In deze Europese Richtlijn staat wat u moet doen om beroepschauffeur te worden én te blijven. De Richtlijn geldt voor alle beroepschauffeurs uit de EU en beroepschauffeurs die in de EU werken

De code 95 bestaat uit twee onderdelen:

  • Hoe word ik beroepschauffeur: Basiskwalificatie (code 95 halen)
  • Hoe blijf ik beroepschauffeur: Nascholing (code 95 houden)

Vrijstelling

Uitgezonderd van code 95-verplichtingen zijn:
A. Bestuurders van voertuigen met een toegelaten maximumsnelheid van ten hoogste 45 km per uur.

B. Bestuurders van voertuigen die in gebruik bij of onder controle zijn van de strijdkrachten, de burgerbescherming, de brandweer en diensten verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde.

C. Bestuurders van voertuigen die op de weg worden getest in verband met technische
verbeteringen, reparatie of onderhoud, en nieuwe of omgebouwde voertuigen die nog niet in het verkeer zijn gebracht.
– Hierbij moet worden gedacht aan de bestuurder die een voertuig uitsluitend op lokaal niveau bestuurt voor het uitvoeren en controleren van reparaties aan of voor demonstreren van dat voertuig, voor zover met dat voertuig geen andere personen of goederen worden vervoerd dan voor het uitvoeren en controleren van een reparatie of voor een demonstratie nodig zijn.

D. Bestuurders van voertuigen die worden gebruikt bij noodtoestanden of worden ingezet
voor reddingsoperaties.

E. Voertuigen die worden gebruikt tijdens autorijlessen met het oog op het behalen van een rijbewijs of het in artikel 6 en artikel 8, eerste lid, van de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders bedoelde getuigschrift. Dit onderdeel heeft betrekking op bestuurders die als leerling een voertuig besturen onder toezicht van een bevoegd toezichthouder gedurende de periode dat zij zijn ingeschreven bij een instelling die een opleiding verzorgt gericht op het behalen van zowel het rijbewijs als het examen basiskwalificatie.

F. Bestuurders van voertuigen die worden gebruikt voor niet-commercieel vervoer van personen of goederen voor privédoeleinden.

G. Voertuigen die materieel of uitrusting vervoeren die de bestuurder voor zijn werk nodig heeft, mits het rijden met het voertuig niet de voornaamste activiteit van de bestuurder is.
De ILT gebruikt de ‘12 uur per week norm’ om te beoordelen of het rijden niet de voornaamste activiteit is. Om dit ook tijdens wegcontroles aan te kunnen tonen dient het bedrijf en de chauffeur een deugdelijke registratie bij te houden van de rijtijden. Deze registratie is ‘vormvrij’. Dat wil zeggen dat het bedrijf zelf mag bepalen of dit op papier of in de computer wordt bijgehouden of dat hiervoor een tachograaf wordt gebruikt. Wel is aan te bevelen dat bij de handmatige registratie van de 12 rijuren per week een tabel met in ieder geval de volgende informatie wordt ingevuld: datum, naam chauffeur, begin km stand, eind km stand, beginrijtijd, eindrijtijd en paraaf chauffeur. Of sprake is van vervoer van materiaal of uitrusting. b.v. de uitvoering van werkzaamheden zal de ILT tijdens wegcontroles van geval tot geval beoordelen.

Deze uitzondering geldt ook voor bestuurders van tenminste 21 jaar die binnen een straal van 50 km voertuigen besturen die:
1. worden gebruikt voor het vervoer van producten van landbouwbedrijven van de teeltplaats naar de veiling;
2. worden gebruikt voor het ophalen van melk op boerderijen en het terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding naar de boerderijen;
3. in de kleinhandel worden gebezigd voor het ambulant uitoefenen van die kleinhandel;
4. worden gebezigd als rijdende bibliotheek, rijdend bureau, rijdende instructieruimte, rijdende kantine, rijdende medische dienst, rijdende spaarbank, rijdende tandverzorgingsdienst of rijdende tentoonstellingsruimte;
5. worden gebruikt voor het vervoer van circus- of kermismateriaal.

Voorts is deze uitzondering van toepassing op bestuurders die voertuigen besturen:
1. die door landbouw-, tuinbouw, bosbouw, of visserijbedrijven t.b.v. goederenvervoer worden gebruikt voor ritten binnen een straal van 50 km. van de gebruikelijke standplaats van het voertuig, met inbegrip van het grondgebied van gemeenten waarvan de kern binnen deze straal is gelegen;
2. voor het vervoer van levende dieren van de boerderijen naar de plaatselijke markten en
omgekeerd, of van de markten naar de plaatselijke slachthuizen;
3. voor gebruik als winkel op plaatselijke markten,voor de verkoop aan huis, voor ambulante werkzaamheden van banken, wisselkantoren of spaarbanken, voor de eredienst, voor het uitlenen van boeken, beeld- of geluiddragers, voor culturelemanifestaties of voor tentoonstellingen en speciaal voor dergelijk gebruik uitgerust.